'Het gaat niet om 2040, maar om de kleine stapjes die we nu maken'
Arthur Gleijm is namens adviesbureau Rebel deel van het consortium Motion2040+, dat het centrumgebied van Den Haag in 2040 klimaatneutraal wil maken. 'Wat klimaatneutraal betekent aan de gebouwkant, begint nu pas in te dalen.'
In 2040 fossielvrij, ambitieus genoeg?
'Alle gestelde doelen rondom de energietransitie - dus 2040, 2050, het Klimaatakkoord - zijn voor de meeste mensen nog zo ver weg, zo abstract, en worden nog zo technocratisch aangevlogen, dat het voor veel mensen een ver-van-mijn-bed-show blijft. Terwijl het toch bij mensen begint. Het gaat om comfort en de prijs van energie en een noodzakelijke verandering van mindset van mensen. Het gaat dus niet om 2040, maar om alle stapjes die we nu al realiseren.'
Jullie aanpak?
'Er wordt vaak alleen gekeken naar de energieleveranciers. Die moeten verduurzamen, uiteraard. Maar mensen zelf kunnen ook al heel veel doen. Zo bereiden we een test voor om in een aantal gebouwen de temperatuur van de stadswarmte te verlagen. We willen onderzoeken of het huidige temperatuurregime in overheidsgebouwen wel nodig is, welke investeringen met een verlaging gemoeid zijn en hoe gebouwisolatie slim kan worden aangepakt. We denken dat we alleen al met een betere afstelling van gebouwinstallaties tot wel 15 procent energie kunnen besparen. Zo’n relatief kleine stap kan een enorme impact hebben.'
Hoe doe je de resterende 85 procent?
'Zelf ben ik verantwoordelijk voor de verduurzaming van stadswarmte. Voor het overgrote deel worden onze ERDH gebouwen hiermee verwarmd. En ook in de toekomst zal de afhankelijkheid hiervan groot zijn. Als we stadswarmte weten te verduurzamen, behalen we de grootste winst. We hebben het nu over ruim dertig gebouwen met veel verschillende eigenaren die met elkaar hebben afgesproken om klimaatneutraal te worden. De kracht zit hem in het collectief, waarbij publieke en private gebouweigenaren afspreken warmte collectief in te kopen als dat de versnelling van verduurzaming van stadswarmte en de ontwikkeling van duurzame bronnen in de hand werkt. Samen hebben we onze leverancier van stadswarmte Eneco hiertoe uitgedaagd. Vanuit het gesprek tussen publiek en privaat ontstaan kansen. Je moet elkaar opzoeken, elkaar goed begrijpen. Afstand levert nooit innovaties op.'
Wat zijn de uitdagingen voor overheden?
'Over de wat-vraag is iedereen het ondertussen wel eens. Vandaar ook dat overheden over elkaar heen buitelen met jaartallen als 2030, 2040 en 2050. Maar de hoe-vraag is een stuk lastiger te beantwoorden. Dat is nogal een puzzel. Wat klimaatneutraal betekent aan de de gebouwkant begint nu pas in te dalen. Gebouwen moeten comfortabel blijven, het moet betaalbaar blijven, je wilt gebruik maken van natuurlijke renovatiemomenten, een gebouw moet geschikt gemaakt worden voor hernieuwbare bronnen met een lager temperatuurregime, noem maar op. En al die stapjes moeten financieel haalbaar zijn en maatschappelijk te verantwoorden.'
Adviesbureaus trekken Motion2040+. Kan de overheid dit niet zelf?
'De kunst is dat het hele gedachtegoed straks wortel schiet binnen de overheidsinstanties die meedoen binnen ERDH. Het mooiste is als wij als adviesbureaus straks overbodig zijn omdat organisaties elkaar vinden op basis van hun eigen kennis, kunde en motivatie. De gemeente Den Haag bijvoorbeeld moet verduurzaming benaderen vanuit veel perspectieven; wonen, ruimtelijke ontwikkeling, bovengronds, ondergrond, de energietransitie en de verantwoordelijkheid om mensen te huisvesten. Dat allemaal bij elkaar brengen is best ingewikkeld. Om die reden lopen we als ambtenaren en adviseurs ook door elkaar. Zodra het tot een aanbesteding komt, pakt een organisatie als de gemeente Den Haag of het RVB het zelf over. Zij dragen dit project.'
Kan de overheid van de markt leren?
'Ik denk dat de overheid op het gebied van efficiëntie en innovatie heel veel van het bedrijfsleven kan leren. Dat is een attitude. Overheden bereiken meer als ze ondernemender zouden zijn. Je kunt het publieke belang bovendien prima dienen met private partijen. Maar je moet er wel even bijblijven.'
En het Rijksvastgoedbedrijf?
'Het RVB heeft heel veel ervaring in publiek private samenwerking. Bovendien praten ze al vaak met de markt. Eigenlijk zou het RVB ook de stap daarvoor moeten pakken en op een meer ongedwongen manier met de markt moeten communiceren. Vooral nu de innovaties over elkaar heen buitelen, is het van belang om te weten wat er te koop is. Dat kan bijvoorbeeld door thematafels op te zetten, of meer formeel, in een soort competitie of prijsvraag. Zolang het wiel maar niet steeds weer opnieuw wordt uitgevonden.'