Nieuwe testen temperatuurverlaging gestart op weg naar energietransitie

Vanaf november 2024 tot maart 2025 worden bij drie gebouwen in het werkgebied van EnergieRijk Den Haag opnieuw testen temperatuurverlaging uitgevoerd. Met de uitkomst van deze testen kan worden bepaald of de gebouwinstallaties in de toekomst geschikt gemaakt kunnen worden om meer gebruik te kunnen maken van duurzame, laagtemperatuur energiebronnen zoals restwarmte.

Gebruik duurzame warmte voorwaarde voor slagen energietransitie

Om in Den Haag de warmtetransitie te laten slagen, zijn alle duurzame bronnen nodig, zowel bronnen die hoge als ook lage temperatuur warmte leveren. Wanneer meer gebouwen verwarmd kunnen worden met een lagere temperatuur, kunnen meer duurzame bronnen ingezet worden. Denk aan restwarmte uit datacenters, industriële processen, ‘normale’ geothermie, of warmtepompen. Tegelijk kunnen deze bronnen efficiënter ingezet worden.

De op het warmtenet aangesloten gebouwen moeten hier wel geschikt voor zijn. Om te verwarmen met een lagere temperatuur warmte, is de verduurzaming van de gebouwen zelf een voorwaarde (goede isolatie). Met een test temperatuurverlaging kan worden bepaald of een gebouw geschikt is , of geschikt gemaakt kan worden voor een lagere aanvoertemperatuur uit het warmtenet.

Drie nieuwe testen

Drie gebouwen worden in de koude najaar- en wintermaanden aan een test temperatuurverlaging onderworpen. Inmiddels zijn de testen gestart in de volgende gebouwen:

Het doel van deze testen is om inzicht te krijgen in wat de impact is van de verlaging van de aanvoertemperatuur op het presteren van de gebouwinstallaties het energieverbruik en het comfort van de gebruikers.

Met deze inzichten kunnen toekomstige investeringen in energie- en klimaatinstallaties naar verwachting gerichter en efficiënter gedaan worden.

Testen in de koude maanden

De testen moeten in het stookseizoen worden uitgevoerd. In de zomer heeft de test geen zin, omdat gebouwen dan eerder gekoeld worden dan verwarmd. En als gebouwen al verwarmd worden in de zomer, dan worden de installaties niet maximaal ingezet. Daarom voert ERDH de testen uit in het stookseizoen, tussen oktober en april, de periode waarin de kans op een koude periode het grootst is. De aanwezigheid van gebouwgebruikers is daarbij een voorwaarde omdat zonder hen niet gemeten kan worden wat de impact van het verlagen van aanvoertemperratuur voor de gebruikers is.

De drie panden voldoen aan deze voorwaarden. De testen zijn inmiddels gestart. In de drie gebouwen is al de eerste stap in de verlaging van de aanvoertemperatuur door zowel de instellingen van de installatie van warmteleverancier Eneco als de gebouwinstallaties aan te passen.

ERDH voerde eerder testen temperatuurverlaging uit bij het stadhuis van Den Haag en Paleis Noordeinde.

Samenwerking bij testen

De testen worden in nauwe samenwerking uitgevoerd met alle betrokken partijen; eigenaar Rijksvastgoedbedrijf, warmteleverancier Eneco, installateurs Van Dorp en Veolia en de betreffende gebruikers van de gebouwen.

De testen temperatuurverlaging lopen door tot naar verwachting eind februari 2025. De resultaten worden gebruikt om te bepalen of een gebouw geschikt is om naar lage temperatuurverwarming over te gaan of dat er maatregelen nodig zijn om dit te bewerkstelligen.

De resultaten van de testen zullen in het tweede kwartaal van 2025 op de website van ERDH worden gepresenteerd.