Tweede wetenschappelijke publicatie ERDH beschikbaar
Met een drietal wetenschappelijke publicaties volgt én participeert lector Gebouwde Omgeving van Hogeschool Inholland Perica Savanović in het dynamische programma EnergieRijk Den Haag (ERDH). In de eerste publicatie beschreef hij de stand van zaken van het programma medio 2021. In deze tweede publicatie beschrijft hij de actuele ontwikkelingen, de samenwerkingsmechanismes en dilemma’s maar ook de beoogde vervolgrichting van het programma.
Gezamenlijk transitiemodel èn individueel handvat
De voornaamste uitdaging van het programma vormt de vraag op welke wijze de (ingezette) ontwikkelingen gezamenlijk te (blijven) managen. Hoe kan het programma, naast een gezamenlijk transitiemiddel, ook als een individueel handvat voor verschillende doelen worden gebruikt en tegelijkertijd de gezamenlijkheid in transitiebelangen borgen. Een combinatie van een in het algemeen proactieve gezamenlijke betrokkenheid van de stuurgroep met het specifieke gebruik van risicomanagement als een ontwikkel- in plaats van monitorings- en/of beoordelingstool, biedt houvast en mogelijkheden voor voorschrijvend handelen.
De complexiteit van ERDH-ontwikkelprogramma komt tot uiting op verschillende niveaus. Mede op basis van uitkomsten van verschillende risicomanagement sessies, programma analyses, stuurgroep bijeenkomsten, en (deel)project overleggen is voor ieder niveau kort omschreven wat de stand van zaken is en hoe verder te handelen.
Trias Territoria toepassen
Een interessante ontwikkeling in het programma was dat er bijna ongemerkt als groep een keuze was gemaakt om eerst te starten met de stap twee van Trias Territoria, of in ieder geval prioriteit aan gebiedsmaatregelen te geven, voordat er keuzes over energiebesparende maatregelen op gebouwniveau gemaakt zouden worden. Het blijven werken aan commitment over verschillende (gebouw, stap 1) transitiepaden is hierbij de vereiste inhoudelijke processturing.
Gebiedsmaatregelen als een gamechanger in een ontwikkelprogramma vereisen een actieve wisselwerking met de uitvoeringsprojecten. Dit is een cruciale, verbindende functie die blijvend en ‘dedicated’ moet belegd worden. Alleen indien een actieve wisselwerking tussen maatregelen op gebouwniveau wordt gerealiseerd kan de beoogde versnelling van verduurzaming op gebiedsniveau worden bewerkstelligd. Een concrete vraag die speelt is bijvoorbeeld wat draagt vastgoed (met gebouwtransitiepaden) bij aan het gebied, en andersom? Een actieve verbinding en feedbackloop voorkomt een patstelling, jaagt uitwerking van gebouwtransitiepaden aan, en bereidt verduurzaming van energiebronnen voor.
Afstemmen van gebouw- en gebiedskenmerken
In de komende periode wordt een inventarisatie gemaakt van de kansen die de gebouwgebonden maatregelen in combinatie met de gebiedsgebonden maatregelen met zich meebrengen, om deze zo goed mogelijk te kunnen benutten. De leidende vraag daarbij is hoe gebouw- en gebiedskenmerken zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Belangrijk hierbij is te beseffen dat de mate van ‘detailverschillen’ op gebouwniveau waarschijnlijk geen directe vertaling van maatregelen mogelijk zullen maken. Dit besef pleit er alleen maar nog meer voor om de ontwikkelende aanpak van het programma consequent op alle schaalniveaus toe te passen. De win-win, voor verschillende partners maar ook verschillende schaalniveaus (gebouw en gebied) lijkt bewerkstelligd te kunnen worden door de juiste (timing van) gebouwspecifieke maatregelen.
Het programma EnergieRijk Den Haag gaat uiteindelijk niet de verduurzaming voor partners doen, de staande organisaties moeten de ERDH-aanpak en de werkzaamheden steeds meer overnemen in een soort ‘fade in - fade out’. Gelet op de ERDH-ervaringen tot nu toe dat het ‘lastig is om bij de achterbannen te komen’, is het een belangrijke extra zorg om scherper het proces te omschrijven voor het landen van programmaonderdelen en werkwijzen in de staande organisatie van partnerorganisaties.